De tovenaar die alles wilde, maar verloor

In een groot sprookjesbos stond eens een prachtig kasteel met een hoge toren. In dat kasteel woonde een boze tovenaar met kleine voeten. De tovenaar was van kinds af aan al ontevreden met wat hij had. Ooit was zijn familie de machtigste tovenaarsfamilie van het land, maar zijn oude opa, die van gokken hield, had het halve kapitaal verkwanseld. De toren en de tuin eromheen was al wat hem nog restte. De boze tovenaar had zich tot doel gesteld al het verloren land terug te winnen, 'no matter the cost.'

Vanuit zijn hoge toren keek hij over de bomen heen over het uitgestrekte land. Een groot deel van het land was nu van de dwergen, een volkje dat hun gebied niet zonder slag of stoot zou opgeven. Hij dacht hen met veel geweld weg te jagen en vuurde grote vuurballen op hen af. Daarna stuurde hij wrede trollen om hen te verslaan. De dwergen waren echter niet bang voor hem. Ze vochten dapper tegen de groene trollen, die al snel het loodje legden tegenover de vastbesloten dwergen.

Nadat de meeste trollen dood waren, riep de tovenaar de aardmannetjes op om te vechten. Die wilden zich niet voor zijn karretje laten spannen en daarom vluchtten ze massaal naar de kabouters. De situatie met zoveel vluchtelingen was haast onhoudbaar en de kabouters probeerden daarom op diplomatieke wijze de tovenaar tot inkeer te brengen.

Ze vertelden hem dat hij geen recht meer had op het land van de dwergen. De tovenaar was woedend, dat zij zich met zijn strijd bemoeiden en hij toverde voor straf alle bosbessen vol schimmel, zodat de kabouters geen eten meer hadden.
Met grof geweld, veroverde hij uiteindelijk samen met de overgebleven trollen een dwergendorpje. Alle huizen waren kapot. Velen dwergen vonden de dood of werden door hem gevangen gezet. De dwergen die de mijn waren in gevlucht, hield hij gevangen door de ingang te blokkeren.

De kabouters waren woedend, want zij voelden zich verwant met de dwergen.
'Kom maar naar ons, hier ben je veilig,' zeiden ze tegen de dwergen uit de andere dorpjes. De dwergenvrouwtjes en kinderen vluchtten naar de kabouters. De mannen bleven achter met hun pikhouwelen om terug te vechten. Ze hadden een stoere leider, die hulp inriep van alle volken van het sprookjesbos. Iedereen kwam hem te hulp met magische wapens. Ze hadden namelijk veel bewondering voor die stoere charismatische dwergenheld, die totaal niet bang was voor de boze tovenaar.

De boze tovenaar stak daarop in razernij alle bessenstruiken in brand. Dat zou ze leren, die bemoeiallen. Als tegenzet blokkeerden de kabouters nu alle eikeltjes routes, zodat de aardmannetjes en trollen die nog trouw waren aan de tovenaar niets meer te eten hadden. Dat bracht grote onrust onder de aardmannetjes en in grote stoet trokken zij protesterend naar het kasteel van de tovenaar, die hen pardoes omtoverde in zoutpilaren. Geschrokken beloofden de resterende aardmannetjes dat ze weer voor hem zouden vechten.

De dwergen, die inzagen dat de aardmannetjes onderdrukt werden en gedwongen werden om te vechten, wachtten hen op met zakken eikeltjes. 'Gooi de wapens neer, dan mag je bij ons schuilen en dan geven wij jullie te eten,' riepen ze.
De aardmannetjes, die van nature lafaards zijn, namen het aanbod met beide handen aan.
Toen de tovenaar dat hoorde, liep hij schuimbekkend van woede door zijn kasteel en zon op wraak.

Hij besloot een magische vuurbal te maken die zo krachtig was, dat hierdoor een heel dwergendorp in één keer van de kaart zou worden geveegd. Dagenlang stond hij te mengen in zijn grote kookpot. Het ene gevaarlijke middel na de andere roerde hij door elkaar. Hij had echter niet door dat een als aardmannetje verklede kabouter stiekem een paar potjes verwisselde. Voorzichtig liet de tovenaar een paar groene druppels in de pot vallen. Het mengsel begon te gloeien en te sissen en met een grote knal vloog de hele boel in de lucht.

De knal was zo krachtig, dat het kasteel in elkaar stortte. De schok was in het hele sprookjesbos voelbaar. Iedereen rende naar het kasteel om te kijken wat er was gebeurd. Daarna dansten ze van vreugde op de brokstukken. De tovenaar zagen ze nooit meer terug en ze leefden nog lang en gelukkig.

Maak jouw eigen website met JouwWeb