Jasper woont op een boerderij. Hij vindt het heerlijk.

Iedere dag loopt hij zijn rondje langs de dieren.

Hij knuffelt met de koe, hij aait de konijnen.

Dan gaat hij bij de schapen kijken en als laatste bij de kippen.

Bij de kippen zoekt hij naar verse eitjes.

Die neemt hij mee naar huis.

Moeder kookt voor hem een eitje voor het ontbijt,

Maar vandaag neemt Jasper geen eitjes mee.

De kip zit er op te broeden. De eieren kunnen ieder moment uitkomen.

Jasper gaat steeds kijken of er al kuikentjes zijn.

De volgende dag zijn alle eieren op één na uitgebroed.

Er lopen allemaal gele kuikentjes in het stro.

Het laatste ei wordt niet meer aangekeken door moeder kip.

Ze heeft het te druk met de kuikentjes.

Jasper vindt het zielig voor het laatste ei.

Hij neemt hem mee naar huis en legt hem onder zijn kussen.

Zo blijft het eitje lekker warm.

Mama vindt het maar gek van hem.

'Daar zit echt geen leven meer in hoor. Dat ei is dood.

Anders was de kip er wel op blijven zitten.'

Maar Jasper gelooft het niet.

Hij laat het ei lekker onder zijn warme kussen liggen.

Als hij naar bed gaat, hoort hij ineens gepiep.

Daar komt een klein, geel kuikentje onder het kussen vandaan kruipen!

Het kuikentje leeft!

Wat grappig denkt Jasper. Het is net als met Jezus.

Iedereen dacht dat hij dood was.

Maar met Pasen was het graf leeg.

Jezus was opgestaan uit de dood. Hij leeft!

Je moet dus nooit de hoop opgeven.

Ook al lijkt alles over. Er is altijd kans op een nieuw begin!

 

R.R. Marion

 

Je mag het verhaal gratis gebruiken, mits je een recensie achterlaat.