Zoethout
“Waar kauw je op?” vroeg ze nieuwsgierig.
“Het is zoethout.” De buurjongen haalde het houtje uit zijn mond en lachte haar toe. Verbluft keek ze naar het uitgeplozen eind en zijn vieze gele tanden. Er ging een rilling door haar heen.
“Het is echt lekker, wil je proeven?”
“Waar heb je het vandaan?”
“Gewoon, uit de heg,” grijnsde hij. “Pluk maar en probeer het zelf.”
Ze keek besluiteloos naar de ligusterheg, maar plukte tenslotte toch een takje. Op het moment dat ze het smakeloze houtje in haar mond stak, zag ze zijn breder wordende grijns.
Maak jouw eigen website met JouwWeb